'Het enige wat ik nog hoorde was een Saxofoon' Ik loop mijn kamer uit en ga een bakkie koffie zetten in de woonkamer. Ik kijk tijdens het slome opstarten van het Senseo-apparaat even naar de televisie. Pa zit een DVD te kijken van de Beegees, live in Las Vegas. Waar de muziek niet in mijn straatje past boeit het me toch. Ik pak mijn cafeïne en ga naast senior op de bank zitten. Ik zie zijn bijna 70-jarige ogen glinsteren bij het horen van het hoge stemmetje van Robin Gibb en ik moet zeggen; in combinatie met het pianospel van Maurice en het gitaarspel van Barry is het inderdaad lekkere luistermuziek.
Waar pa gewoon lekker zit te genieten op zijn zondagmiddag van een goed concert gaan mijn gedachten verder. Ik begin mezelf af te vragen wie de Beegees van vandaag zijn. Ik begin mezelf af te vragen wie de nieuwe Mark Knopfler is? Wie is net zo populair als Freddie Mercury, als de Beatles, als de legende Michael Jackson?
Was hun muziek zo ontzettend goed dat ze vandaag de dag nog gespreksonderwerp zijn? Wat zeggen deze artiesten over 20 jaar, lang na het uitblazen van hun laatste adem door een microfoon… Praten we dan nog steeds over Elvis Aaron Presley? Natuurlijk was er naast de muziek nog een verhaal, want welke grootheid uit de muziekindustrie kan je nog noemen die alcohol met mate dronk, nee tegen drugs kon zeggen en trouw bleef aan één vrouw. Ik zoek het mysterie achter de grote artiest…
Ik ga terug naar mijn kamer en bekijk mijn muzieklijsten. Van a tot z; wat een gigantisch aanbod. Waar ik geboren ben met een brede muzieksmaak kan ik van geen artiest met zekerheid zeggen dat de wereld er over 20 jaar nog over praat. We hebben een overkill aan nieuwe artiesten en horen op de radio het verschil niet meer tussen een plaat van Avicii of David Guetta. De DJ MAG Top 100 is binnenkort weer, de tentoonstelling van de 100 ‘beste’ DJ’s op deze aardbol. Bizar dat we opgevreten zijn door de marketing en moeten toegeven dat zelfs in de top 10 artiesten staan die hun eigen nummers niet eens zelf produceren. Afrojack heeft jonge vrouwen rondlopen in de binnenstad van Amsterdam die reclame voor hem maken. Mensen activeren om voor Afrojack te stemmen voor de DJ MAG TOP 100, mensen die op zondag een oude dvd van de Beegees kijken. Mensen die Afrojack alleen van de saus-reclame kennen. Ik word er misselijk van…
Ik zet wat filmmuziek op van Hans Zimmer. Zei je iets over artiesten, over kunstenaars...Hans Zimmer! Dat ga ik mijn kinderen later met trots laten horen. En wat dacht je van Coldplay, London Grammar, Of Monsters and Men, M83, Muse, Ba … OK, ik geef het graag toe, er zijn veel goede artiesten, maar zijn ze over 20 jaar nog bekend? Ik val weer terug in mijn gedachten en pak iets totaal anders; mijn lijst met Hardstyle plaatjes.
Hardstyle…Ja, Hardstyle! Ken je dat niet? Boemboem muziek, of zoals mijn pa dat typeert: ‘’ARNOLD, ZET DIE HERRIE EENS ZACHTER!’’ Iemand die vanaf de 50’er jaren alle generaties en muziektypen tot vandaag ervaren heeft noemt mijn favoriete muziekstijl ‘herrie’. Zo nu en dan een heerlijke melodie of een gillende screech, maar dan altijd weer die kick…het huis trilt mee.
In de jaren 2008 en 2009 waren we nog maar met ‘weinig’. In de klas was ik de enige gek die Hardstyle luisterde en de meeste klasgenoten konden niet begrijpen dat ik kon houden van die ‘eentonige herrie’. Ik gaf nog eens een presentatie over Hardstyle en liet een nummer horen: Donkey Rollers – Followers. Verschillende klasgenoten grepen naar de oren en de lerares zocht haastig naar een evacuatieplan. Overdreven reacties.
En nu, 2015; Decibel en Defqon.1 in recordtijd uitverkocht. Ex-klasgenootjes, opgevreten door de marketing, zoeken de mainstages uit en gaan los op setjes van Radical Redemption en Digital Punk. Wat een bizarre ontwikkeling. Is de muziek veranderd, is het imago veranderd? Ik besef me dat het allemaal niet zoveel voorstelt. De artiesten komen en gaan en drijven rond op een grote reclameboot op een zee van schaapjes.
Het is geen hogere wiskunde. Martin Garrix wordt straks de nummer 1 DJ van de wereld door de bekendheid van het nummer Animals, die hij hoogstwaarschijnlijk niet zelf produceerde. Het is bizar, maar waar. Vorige week was ik aandachtig toeschouwer op de plaatselijke feestweek. Een feest-DJ ‘draaide’ en 2500 mensen genoten van de muziek, de drank, de gezelligheid…En ik, ik luisterde. De feest-DJ draaide 4 keer ‘Drank en Drugs’. Van overgangen was geen sprake, maar dat maakt niet uit; iedereen ging los. 2500 mensen gingen 4 keer los op Drank en Drugs, ze gingen los op ‘foute’ house remixjes van legendarische nummers als Just Be van Tiësto en Twisted van Svenson & Gielen. Nummers die geen foute remake nodig hebben, maar ja, wie ben ik…
Wie ben ik…? Het is vechten tegen de bierkaai. De tijd van ‘de grote artiest’ ligt achter ons. Het is spijtig te beseffen dat ik de enige was die feestavond die zich druk kon maken over een DJ die 4 uur mag draaien voor 2500 man, maar zijn vak niet serieus neemt. Het is spijtig dat ik mij druk kan maken over 2499 man die niet meer luisteren, maar gewoon met de flow meegaan. Niemand merkt het.
Hoe zit die business over 25 jaar in elkaar? Als mijn zoon dan de kamer binnenkomt en neerploft op de bank. Zal ik hem dan Followers van Donkey Rollers laten horen, Drank en Drugs, de remix van Just Be…?
Welke artiest blijft groot? Welke artiest blijft bestaan? Wint de muziek of de marketing?
Ik pak mijn hologram en tik als zoekwoord in: Noisecontrollers. Het nummer Solar verschijnt bovenaan als favoriet. Ik druk op play en kijk mijn zoon aan en zeg: ‘’Sluit je ogen, luister en geniet!’’
Het enige wat ik nog hoorde was een Saxofoon...
© Arnold van der Marel, 23 augustus 2015
|